Wegdromend langs het water sta je er niet altijd bij stil hoe het natuurgebied is ontstaan. Met de wind door je haren wandel je stevig door om aan de chaos van alle dag te kunnen ontsnappen. In Nederland heeft de mens invloed op de natuur. Het natuurgebied waar jij op een warme zomerdag doorheen loopt, is wellicht ontstaan vanuit kleiwinning. Dit is een van de belangen achter het winnen van klei. Voor deze tweede Weteringblog neem ik je daarom mee in het belang van kleiwinning voor de natuur.
Diverse functies
Kleiwinning draagt bij aan natuur vanwege een aantal aspecten. Kleiwinning bevordert het creëren van nieuwe natuur en helpt met het verbeteren van de biodiversiteit en de ecologische waterkwaliteit. Hoe zit dat?
Rondleiding door Natuurmonumenten
Hier wilde ik meer over weten. Daarom ben ik in gesprek gegaan met Lianne Schröder. Zij is werkzaam bij Natuurmonumenten als coördinator natuurbeheer in Noordoost Brabant en in Rijk van Nijmegen. Tijdens dit gesprek maakten we een wandeling door het nieuwe natuurgebied in de uiterwaard bij Dieden.
Vrijwel meteen valt haar oog op een lange ‘sliert’ riet. Terwijl ze hem erbij pakt, spreekt ze haar bewondering uit over de groeikracht van de natuur. Riet plant zich voort doormiddel van deze uitlopers. Ze zien eruit als een lange tak met kleine driehoekjes eraan. Uit deze driehoekjes groeit weer nieuw riet.
“Zonder kleiwinning was het Natuurmonumenten niet gelukt om zoveel stukken natuur opnieuw in te kunnen richten.”
Natuur
Wandelend langs de nieuwe geul, wordt het gesprek vervolgd. Het onderwerp kleiwinning wordt aangesneden. “Het belang van kleiwinning is dat kleiwinning de medefinanciering voor natuurontwikkeling is,” vertelt Lianne. “Zonder kleiwinning was het Natuurmonumenten niet gelukt om zoveel stukken natuur opnieuw in te kunnen richten.”
Kleiwinning doet echter meer dan financieren. Doormiddel van kleiwinning kunnen diepere grondlagen naar boven worden gehaald. Het gebied kan op deze manier makkelijker in de oorspronkelijke staat worden teruggebracht, doordat oude zandlagen en zaden opnieuw aan de oppervlakte komen en kunnen kiemen.
“Een plant weet zelf wel waar die het liefst wil kiemen.”
Dit past bij de werkmethode van Natuurmonumenten. Zij brengen een gebied, waar mogelijk, terug naar de oude staat. Er wordt daarom gekeken hoe een gebied door de jaren veranderd is. “Er worden liever geen geulen aangelegd in een gebied waar nooit geulen hebben gelegen.” Hoe nieuwe natuur dan precies ontwikkeld wordt? Dat laat Natuurmonumenten over aan de natuur zelf. “Een plant weet zelf wel waar die het liefst wil kiemen.”
Wordt er nou altijd nieuwe natuur gemaakt bij kleiwinning? Vaak wel. Dat heeft te maken met het huidige beleid. Een gebied dient in Nederland, na kleiwinning, een maatschappelijke functie te krijgen. Dit kan gaan om natuurontwikkeling, wonen of recreatie. In veel gevallen wordt er gekozen voor natuurontwikkeling in samenwerking met diverse natuurorganisaties.
Zeg nou zelf, het is toch heerlijk om een natuurgebied in buurt te hebben om aan de drukte van alle dag te kunnen ontsnappen? Niet alleen mensen kunnen hier op een warme zomerdag in vertoeven, ook verschillende diersoorten nemen graag een kijkje. Dat is meteen goed voor de biodiversiteit!
Biodiversiteit
Het draait om biodiversiteit. Lianne vergelijkt dit met een huis van bakstenen. Elke steen staat symbool voor een plant- of diersoort. Bij het weghalen van één steen is er nog niets aan de hand. Doordat veel soorten van elkaar afhankelijk zijn, zal het wegvallen van die ene steen, leiden tot wegvallen van meerdere stenen. Uiteindelijk stort het huis in elkaar.
Gelukkig draagt kleiwinning bij aan de biodiversiteit. Door het afgraven van verschillende grondlagen ontstaat er diversiteit in de bodem. Planten maken hier dankbaar gebruik van. Sommige kiemen in een zanderige grond, maar andere planten staan – net als wij – het liefst in de klei. Bovendien wordt er met kleiwinning een voedselrijke laag met fosfaat en stikstof weggegraven. Hierdoor krijgen plantensoorten, die goed op voedselarme grond groeien de kans om te ontkiemen. En uiteraard, diversiteit aan planten brengt ook diversiteit aan dieren met zich mee. Elke plant trekt andere dieren en insecten aan.
“Een riviergebied hoort af en toe onder water te staan.”
Biodiversiteit ontstaat ook doordat de uiterwaard is verlaagd. Een lagergelegen uiterwaarde overstroomt sneller. Dat is de bedoeling, aldus Lianne. “Een riviergebied hoort af en toe onder water te staan.” Sommige plant- en diersoorten kunnen daar tegen, zoals de zwarte populier. Zij kunnen in deze gebieden goed concurreren. Teken, daarentegen, kunnen hier niet tegen. Als je tekenvrij wil wandelen, weet je nu waar je moet zijn.
Bovendien ontstaan er geulen in lagergelegen uiterwaarde. Dit is een stuk laaggelegen land dat permanent onder water staat. Deze nieuwe waterbronnen trekken andere diersoorten aan. Vooral kleine vissen houden hiervan. Het zonlicht komt er namelijk tot de bodem waardoor het water warmer is en er planten kunnen groeien, die voor beschutting zorgen.
Waterkwaliteit
Kleiwinning draagt dus bij aan natuurontwikkeling én aan biodiversiteit. Bovendien zorgt kleiwinning voor een betere waterkwaliteit. Hoe kan het afgraven van een klei zorgen voor beter water?
Het lijkt misschien geen logische connectie, maar kleiwinning draagt weldegelijk bij aan de KRW-doelstellingen van Rijkswaterstaat, die gaan over de waterkwaliteit. Lianne licht het verder toe. Kwaliteit slaat op drie aspecten.
Ten eerste heb je de chemische kwaliteit. Dit heeft te maken met medicijnen en metalen in het water. Ten tweede heb je de geomorfologische kwaliteit. Dit staat voor de dynamiek in de rivier en de oevers, met erosie en sedimentatie. Ten slotte gaat het om de biologische kwaliteit. De laatste jaren is de rivier een diepe, homogene bak geworden. Er groeiden weinig planten en er zwommen weinig verschillende vissoorten.
“Kleiwinning draagt weldegelijk bij aan de KRW-doelstellingen van Rijkswaterstaat.”
Kleiwinning draagt bij aan dat laatste. Er worden nevengeulen ontwikkeld doormiddel van kleiwinning. Deze geulen vormen een ideale leefomgeving voor vele planten en dieren, waaronder kleinere vissen en mosselen. Mosselen staan erom bekend dat zij water filteren. Deze kwaliteitsverbetering komt uiteindelijk in de rivier terecht. Dat kan doormiddel van overstromingen, of doordat de geul is aangesloten aan de rivier.
Conclusie
Kleiwinning draagt dus weldegelijk bij aan de natuur. Niet alleen als financiering, maar ook doordat afgravingen de biodiversiteit van de natuur bevorderen. Oude zaden komen naar boven en vissen hebben een veilige broedplaats gevonden.
Aan het einde van het gesprek laten de vogels van zich horen. Lianne vertelt me dat natuurorganisaties de ruige natuur van Polen als referentiepunt nemen. Daar is het stikstofprobleem bovendien veel kleiner. “Ik hoor dezelfde vogelsoorten terug,” vertelt ze. Er is hier dus goed werk verricht.
– Anne Gerritsma